CZW20120127
onvoldoende
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
- componenten
Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
T Dit betekent dat: • je tijdens uitvoering van de persoonlijke zorg en bij activiteiten op tijd overlegt met alle betrokkenen • je bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig overlegt met anderen • je weet wat de consequenties zijn van jouw acties • je anderen om raad vraagt als dat nodig is • je je zo opstelt dat de samenwerking met de groepsleden en het team soepel verloopt • je relevante informatie doorgeeft aan het multidisciplinaire team zodat: • iedereen die betrokken is bij de activiteiten de groepsleden goed kunnen samenwerken en de gezamenlijke dienstverlening soepel verloopt • de persoonlijke zorg voor de cliënt soepel en eenduidig verloopt. T Dit betekent dat: • je duidelijke en haalbare doelen formuleert ten aanzien van jouw werkzaamheden bij de persoonlijke zorg • je voor de groepsactiviteiten op het gebied van werk, scholing en vrije tijd duidelijke en haalbare doelen stelt • je duidelijke en haalbare doelen formuleert bij het (overdragen) van je werkzaamheden ten behoeve van de individuele cliënt en groepsactiviteiten, en op het gebied van wonen en huishouden • je voorafgaand aan de werkzaamheden mogelijke knelpunten aangeeft • je rekening houdt met beschikbare tijd • je zorg draagt voor de kwaliteit die binnen deze tijd geboden moet worden zodat: • je collega’s weten wat je wanneer gaat doen • de cliënt weet wie er wanneer begeleiding geeft • de persoonlijke zorg eenduidig en volgens plan uitgevoerd wordt.
E Samenwerken en overleggen
–– afstemmen –– anderen raadplegen en betrekken
Q Plannen en organiseren
–– doelen en prioriteiten stellen
Werkproces 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
P Dit betekent dat: • je signaleert of de cliënt en andere betrokkenen tevreden zijn over de geboden zorg en begeleiding
D Aandacht en begrip tonen
zodat: • deze informatie meegenomen kan worden bij de evaluatie.
–– luisteren
P Dit betekent dat:
J Formuleren en rapporteren
• je alle benodigde gegevens verwerkt • je de hoofd- en bijzaken scheidt
zodat: • je een kernachtig evaluatieverslag kunt schrijven.
–– vlot en bondig formuleren
21
PROEVE 1
Made with FlippingBook