CZW20120144
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Ontwikkelingsgericht
onvoldoende
- componenten
p Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij de leervragen van leerlingen • je naar de leerlingen luistert door te spiegelen en door te vragen
D Aandacht en begrip tonen
• je aandacht geeft aan de zorg die leerlingen uiten • je de gewenste en mogelijke ondersteuning biedt
–– interesse tonen –– luisteren –– inleven in andermans gevoelens –– anderen steunen
zodat: • je een bijdrage levert aan de begeleiding van leerlingen bij de uitvoering van programmaonderdelen. p Dit betekent dat: • je consequent handelt binnen de geldende regels en afspraken in de school/in de klas/m.b.t. de leerlingen • je je houdt aan de gemaakte afspraken en gestelde waarden en normen over de begeleiding van de leerlingen • je handelt vanuit het principe van gelijkheid in onderwijs zodat: • je aansluit bij de binnen de school geldende regels en afspraken • je voor de leerlingen een prettige en betrouwbare persoon bent. p Dit betekent dat: • je snel schakelt tussen de verschillende leerlingen • je snel schakelt tussen individuele leerlingen en de groep • je flexibel reageert op veranderingen • je helder en duidelijk communiceert naar de leerlingen, ook in onduidelijke en onzekere situaties • je aansluit op de verschillen tussen de leerlingen in leerstijl en leerbehoefte • je met respect voor de eigenheid van elk individu handelt • je jouw begeleiding aanpast aan de steeds veranderende leerbehoefte zodat: • de leeractiviteiten optimaal verlopen • je begeleiding steeds aansluit bij de behoeften van de leerlingen • een optimale begeleiding gegarandeerd blijft. p Dit betekent dat: • je om kunt gaan met eigen gevoelens en emoties • je gecontroleerd uiting geeft aan deze gevoelens en emoties zodat: • jouw emoties en gevoelens de begeleiding van de leerlingen niet in de weg staan • je professioneel blijft handelen. zodat: • je goed overzicht houdt en gericht bent op de voortgang van de leeractiviteit. t Dit betekent dat:
F Ethisch en integer handelen
–– ethisch handelen –– integer handelen –– verschillen tussen mensen respecteren
K Vakdeskundigheid toepassen
–– vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
U Omgaan met
veranderingen en aanpassen
–– omgaan met
onduidelijkheid en onzekerheid –– met diversiteit (tussen mensen) omgaan
V Met druk en tegenslag omgaan
–– gevoelens onder controle houden
12
ONDERWIJSASSISTENT - Fase 2
Made with FlippingBook