CZW20120189
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
P Dit betekent dat: • je het anamnesegesprek in duidelijke banen leidt • je naar verschillende belangen enmogelijkhedenmet betrekking tot de verpleegkundige zorg kijkt • je eruit probeert te halen wat realistisch gezienmogelijk is • je hierbij streeft naar overeenstemming • je draagvlak creëert
H Overtuigen en beïnvloeden
–– overeenstemming nastreven –– gesprekken richting geven –– onderhandelen
zodat: • alle betrokkenen kunnen instemmenmet het begeleidingsplan.
P Dit betekent dat: • je verkregen anamnesegegevens correct en accuraat verwerkt • je verpleegdoelen, activiteiten en interventies formuleert zodat: • het begeleidingsplan voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is. • je gebruik maakt van je kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van alle zorgcategorieën • je vragen kunt beantwoorden zodat: • je een verantwoorde verpleegkundige diagnose stelt. T Dit betekent dat: • je de verzamelde gegevens analyseert, de juiste verbanden legt en logische conclusies trekt zodat: • je de verpleegkundige diagnose en het begeleidingsplan op adequate wijze en verantwoord opstelt. P Dit betekent dat: • je zonodig andere zorgverleners consulteert en inschakelt • je tijdigmet andere zorgverleners overlegt • je alle betrokkenen tijdig en volledig informeert • je tijdig belangrijke zakenmeldt zodat: • er een professionele samenwerking bestaat rondom de persoonlijke verzorging enmonitoring. P Dit betekent dat:
J Formuleren en rapporteren
–– correct formuleren –– nauwkeurig en volledig rapporteren
K Vakdeskundigheid toepassen
–– vakspecifiekementale vermogens aanwenden
M Analyseren
–– informatie genereren uit gegevens
–– conclusies trekken –– verbanden leggen
Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging enmonitort gezondheid enwelbevinden
E Samenwerken en overleggen
–– afstemmen –– proactief informeren
12
VERPLEEGKUNDIGE - Fase 3
Made with FlippingBook