CZW20120195
onvoldoende
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
- componenten
P Dit betekent dat: • je, indien nodig, anderen raadpleegt in het kader van de zorgverlening • je tijdig en regelmatigmet hen overlegt zodat: • de expertise van de betrokkenen optimaal wordt afgestemd en ingezet. P Dit betekent dat: • je in een logische volgorde de werkzaamheden voor de zorgverlening plant en regelt • jematerialen, middelen en zo nodig apparatuur inzet
E Samenwerken en overleggen
–– anderen raadplegen en betrekken –– afstemmen
Q Plannen en organiseren
–– activiteiten plannen –– tijd indelen –– mensen enmiddelen organiseren
zodat: • alle benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden kunnen worden uitgevoerd.
Werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening D Aandacht en begrip tonen
P Dit betekent dat: • je cliënten en andere betrokkenen vraagt naar hun
ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding • je aandachtig luistert en doorvraagt
–– luisteren
zodat: • je de verkregen informatie inbrengt bij de evaluatie.
J Formuleren en rapporteren
P Dit betekent dat: • je scherp, kernachtig en op een ongecompliceerdemanier je bevindingen formuleert
zodat: • de evaluatie (verslaglegging) voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is.
–– vlot en bondig formuleren
M Analyseren
T Dit betekent dat: • je uit de evaluatiegegevens de belangrijkste informatie haalt met betrekking tot de resultaten van de zorgverlening en de behaalde verpleegdoelen • je logische conclusies trekt • jemanieren vindt om problemen op te lossen
–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken
zodat: • je het begeleidingsplan zo nodig op een verantwoorde manier bijstelt • je de kwaliteit van de zorgverlening verbetert • je de zorgverlening goed afrondt of afsluit.
19
PROEVE 3
Made with FlippingBook