006121460002

NIVEAU 4 BOUW EN INFRA

Middenkaderfunctionaris bouw en infra Crebo 22012

✓ k w a l i f i c e r e n d

EXAMENDOSSIER

Studenten, Projectbegeleiders, Praktijkopleiders en Beoordelaars

Artikelnummer: 006121460002

NIVEAu 4 bouW en Infra Versie 5 - juni 2013

k w a l i f i c e r e n d

EXAMEnDoSSIER

middenkaderfunctionaris bouw en infra Gebaseerd op kwalificatiedossier: Middenkaderfunctionaris bouw en infra versie cohort 2009-2010 tot en met versie 1 augustus 2012

Aankruizen wat van toepassing is Kwalificatie/uitstroom:

Bouw 94051 Infra 94052

Crebo:

Kwalificatie/uitstroom:

Crebo:

Artikelnummer: 006121460002

Studenten, Projectbegeleiders, Praktijkopleiders en Beoordelaars

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directeur en managementteam M. Wouters, L. Fine, B. Huijberts, I. Rabelink, A. Pijnenburg

ontwikkelteamleider I. van der Laan

ontwikkelteam M. Asunis

Drenthe College Drenthe College

G. Hogerhuis

J. de Jong

Zadkine

H. van der Wee

Van der Wee Coaching

De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstandkoming van deze projectwijzer W. Bos ROC Landstede W. Faber Noorderpoort J. de Groot ROC Nijmegen L. van Grunsven ROC Nijmegen L. de Klerk ROC Midden-Nederland Amersfoort M. Koreneef ROC Mondriaan T. Laarman SOMA College N. Levenga Alfa College J. van der Made ROC A12 N. Nuis Da Vinci College G. Pijnappels ROC Nijmegen W. Vreeling Noorderpoort P. Willemsen ROC ASA Amsterdam

Redactie

I. van der Laan, M. Brok

ontwerp en opmaak Studio Blanche: Henny Witjes

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

foto’s en afbeeldingen Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat de Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

1 Inhoud

1 InleIdIng 7

2 InformatIe voor de student 9 2.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.2 Kwalificering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.3 Beoordeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 2.3.1 Beoordelen van werkprocessen via competenties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 2.3.2 Beoordelen van producten . . . . . . . . . . 14 2.3.3 Beoordelingsmethoden bij het beoordelen van competenties . . . . . . . 15 2.3.4 Beoordelen van competenties . . . . . . . 16 2.3.5 Proces van beoordelen . . . . . . . . . . . . . 17 2.4 Cesuur en normering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 2.5 Hulpmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 3 afnamecondItIes 21 3.1 Plaats van uitvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 3.2 Kwalificerend niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 3.3 Omschrijving proces van afname . . . . . . . . . . . 24 3.4 Stroomschema proces van afname . . . . . . . . . . 27 4 voorbereIden examen 29 4.1 Verdelen werkprocessen over projecten . . . . . . 29 4.2 Vaststellen afsluitingsplan . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 4.3 Vaststellen projectplannen . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

5 uItvoeren examen 35 5.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 5.2 Omschrijving werkzaamheden per werkproces 36 5.2.1 Kerntaak 1 Werkt initiatief uit . . . . . . . 36 5.2.2 Kerntaak 2 Bereidt projecten voor . . . . 44 5.2.3 Kerntaak 3 Realiseert projecten . . . . . 50 5.2.4 Kerntaak 4 Beheert en onderhoudt de gebouwde omgeving . . . . . . . . . . . . . . . 59 5.3 Aanleveren bewijsstukken en vaststellingsgesprek per project . . . . . . . . . . . . 62 6 resultaat 63 6.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 6.2 Formulieren afsluitingsplan en projectplan . . . . 64 6.2.1 Formulier afsluitingsplan voor het examen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 6.2.2 Formulier projectplan voor elk gekozen project . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 6.3 Beoordelingsformulieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 6.3.1 Beoordelingsformulieren Kerntaak 1 Werkt initiatief uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 6.3.2 Beoordelingsformulieren Kerntaak 2 Bereidt projecten voor. . . . . . . . . . . . . . 89 6.3.3 Beoordelingsformulieren Kerntaak 3 Realiseert projecten . . . . . . . . . . . . . . 101 6.3.4 Beoordelingsformulieren Kerntaak 4

. . . Beheert en onderhoudt de gebouwde omgeving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119

6.4

Overzicht bewijsstukken voor kwalificering . . 125

7

nederlands en moderne vreemde talen 129 7.1 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129 7.2 Moderne vreemde talen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133

8 rekenen en WIskunde 137

9 leren, loopbaan en burgerschap 139

10 aanvullende InformatIe voor de organIsatIe 141 10.1 Algemene informatie over het examen. . . . . . . 141 10.2 Onderbouwing uitgangspunten bij dit examendossier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145 10.3 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op het ROC. . . . . . . . . . . . . . 148 10.4 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op de afnamelocatie. . . . . . 150 10.5 Aanvullende informatie voor de beoordelaars. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152 11 bIjlagen 155 BIJLAGE 1 Beoordelingsmethoden. . . . . . . . . . . . . . .157 BIJLAGE 2 Formulier reflectieverslag . . . . . . . . . . . .161 BIJLAGE 3 Handreiking beoordelingsgesprek . . . . .163 BIJLAGE 4 Handreiking presentatie . . . . . . . . . . . . . .165 BIJLAGE 5 Overzicht beoordelingen met beoordelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167 BIJLAGE 6 Scoretabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .177 BIJLAGE 7 Omrekentabel van O-V-G naar cijfers . .179 BIJLAGE 8 Niveaubepalingen Nederlands . . . . . . . .181 BIJLAGE 9 Criteria taalniveau Engels. . . . . . . . . . . . .191 BIJLAGE 10 Bedrijfsscan examendossier . . . . . . . . . .193 BIJLAGE 11 Overzicht met wettelijke eisen. . . . . . . . .199 BIJLAGE 12 Begrippen en afkortingen . . . . . . . . . . . . .201 BIJLAGE 13 Formulier ‘Feedback examen door studenten’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .205 BIJLAGE 14 Formulier ‘Feedback examen door betrokkenen uit het bedrijfsleven’ . . . . . .207

6

KWALIFICEREND DOSSIER

1

1 InleIdIng

Beste student,

Dit examendossier stelt je in staat om je te kwalificeren als Middenkaderfunctionaris bouw en infra voor de kwalificatie Bouw of voor de kwalificatie Infra. Je voert de opdrachten bij alle 25 werkprocessen van je opleiding uit tijdens een of meerdere perioden op BPV-bedrijven en een of meerdere perioden op het ROC. Beoordelaars van zowel het BPV-bedrijf als het ROC stellen vast of je voldoet aan de gestelde eisen zoals aangegeven in de beoordelingsformulieren per werkproces. Hierbij zijn de gestelde eisen afgeleid van de eisen die het kwalificatiedossier stelt. Als je de vier kerntaken met werkprocessen uit deze projectwijzer naar behoren hebt gerealiseerd, ben je geslaagd voor het beroepsgerichte deel van je opleiding. Voor je met een examenperiode begint, moet geregeld zijn wat je in die periode gaat doen en waar je dat doet. Dit examendossier is zo opgebouwd dat je eerst aangestuurd wordt om het kwalificerende traject (deels) zelf te organiseren. In hoofdstuk 4 staat hoe het kiezen van bedrijven en werkzaamheden om je te kwalificeren in zijn werk gaat.

7

Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Vervolgens vind je in dit examendossier in hoofdstuk 5 de opdrachtomschrijving per werkproces en in hoofdstuk 6 de beoordelingsformulieren bij de werkprocessen. Kwalificerend werken heeft de kenmerken van een examen. Je voert alle werkzaamheden zelfstandig uit en de producten die je maakt kunnen na de beoordeling niet meer worden aangepast voor een betere beoordeling, zoals tijdens het opleidende traject. De beoordelingen, die je per werkproces krijgt voor het inzetten van kennis, vaardigheden en beroeps werkhouding, zijn definitief.

Je wordt beoordeeld door meerdere beoordelaars: de praktijkopleider van het bedrijf of de bedrijven en door de begeleider(s) van het ROC.

Met dit examendossier hebben jij als student, je begeleider(s) van het ROC en je begeleiders op de BPV-bedrijven allemaal dezelfde informatie tot jullie beschikking rondom het ‘proces van afname’ en rondom de werkwijze en de beoordeling. Het Regionale Opleidingscentrum (ROC) is verantwoordelijk voor de organisatie rondom deze kwalificerende periode en heeft de eindverantwoordelijkheid over de beoordeling.

Succes met de uitvoering van je examen.

8

KWALIFICEREND DOSSIER

2

2 InformatIe voor de student

2 1

InleIdIng

In dit hoofdstuk vind je de nodige informatie over je examen, beoordeling, cesuur en toegestane hulpmiddelen.

Tijdens het examen is het van belang dat je zelf alle bewijzen verzamelt die nodig zijn om je te kwalificeren. Een lijst met de daarvoor benodigde bewijsstukken vind je in paragraaf 6.4.

De beoordeelde producten en andere ingevulde bewijsstukken kun je in dit examendossier opslaan of in een digitale omgeving.

De werkwijze tijdens dit examen zal zoveel mogelijk hetzelfde zijn als tijdens je opleiding.

9

Middenkaderfunctionaris bouw en infra

2 2

kWalIfIcerIng

Je toont aan dat je de 25 werkprocessen van kerntaak 1 tot en met kerntaak 4 van de door jou gekozen kwalificatie Bouw of kwalificatie Infra beheerst. Voor het verkrijgen van je diploma moet elk werkproces met ‘ V oldoende’ of ‘ G oed’ zijn beoordeeld. Zie verder paragraaf 2.4 voor de cesuur.

De kerntaken en werkprocessen van je opleiding zien er als volgt uit:

kerntaak 1 Werkt initiatief uit Werkproces 1 1 verzamelt en verwerkt (situatie)gegevens Competenties K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren N Onderzoeken Werkproces 1 2 Werkt ontwerpen uit Competenties Werkproces 1 3 maakt (bestek)tekeningen Competenties E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren Werkproces 1 4 Werkt (deel)constructies uit Competenties E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren Werkproces 1 5 kiest materialen en producten Competenties L Materialen en middelen inzetten M Analyseren Werkproces 1 6 maakt bestek Competenties L Materialen en middelen inzetten M Analyseren Q Plannen en organiseren Werkproces 1 7 maakt kostenraming Competenties H Overtuigen en beïnvloeden M Analyseren Y Bedrijfsmatig handelen E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren

10 KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMAtIE VOOR dE StudENt

kerntaak 2 bereidt projecten voor Werkproces 2 1 maakt werktekeningen Competenties E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren

Werkproces 2 2 bepaalt hoeveelheden Competenties

J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren

Werkproces 2 3 maakt begrotingen Competenties E Samenwerken en overleggen M Analyseren Y Bedrijfsmatig handelen Werkproces 2 4 bereidt projectuitvoering voor Competenties H Overtuigen en beïnvloeden Q Plannen en organiseren Y Bedrijfsmatig handelen Werkproces 2 5 adviseert klant en uitvoering Competenties H Overtuigen en beïnvloeden

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Y Bedrijfsmatig handelen

Werkproces 2 6 bewaakt voortgang project Competenties

E Samenwerken en overleggen Q Plannen en organiseren

kerntaak 3 realiseert projecten Werkproces 3 1 stuurt bouwplaatspersoneel aan Competenties B Aansturen t Instructies en procedures opvolgen Werkproces 3 2 verzorgt maatvoering en stelwerk Competenties K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren t Instructies en procedures opvolgen Werkproces 3 3 bewaakt planning Competenties A Beslissen en activiteiten initiëren Q Plannen en organiseren

u Omgaan met veranderingen en aanpassen

Werkproces 3 4 bewaakt de begroting Competenties

A Beslissen en activiteiten initiëren M Analyseren Y Bedrijfsmatig handelen

Werkproces 3 5 bewaakt bestek Competenties

L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren

11 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Werkproces 3 6 voert kwaliteitscontroles uit Competenties F Ethisch en integer handelen M Analyseren S Kwaliteit leveren Werkproces 3 7 verricht projectadministratie Competenties E Samenwerken en overleggen J Formuleren en rapporteren t Instructies en procedures opvolgen Werkproces 3 8 neemt stand van het werk op voor een termijnstaat Competenties A Beslissen en activiteiten initiëren H Overtuigen en beïnvloeden Werkproces 3 9 coördineert uitvoering Competenties A Beslissen en activiteiten initiëren E Samenwerken en overleggen Y Bedrijfsmatig handelen

kerntaak 4 beheert en onderhoudt de gebouwde omgeving Werkproces 4 1 vult een beheerssystematiek in Competenties L Materialen en middelen inzetten M Analyseren S Kwaliteit leveren Werkproces 4 2 Inspecteert objecten Competenties K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren t Instructies en procedures opvolgen Werkproces 4 3 behandelt klachteninformatie Competenties H Overtuigen en beïnvloeden R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Y Bedrijfsmatig handelen

2 3

beoordelIng

2 3 1 beoordelen van werkprocessen via competenties

Het beroepsgerichte deel van je opleiding bestaat uit 4 kerntaken. De kerntaken beschrijven in grote lijnen de werkzaamheden van je beroep. Bij elke kerntaak horen meerdere werkprocessen, waarin de werkzaamheden verder zijn uitgewerkt. In totaal zijn er in jouw opleiding 25 werkprocessen. Je slaagt voor het beroepsgerichte deel van je examen wanneer je voor alle werkprocessen een ‘Voldoende’ of een ‘Goed’ hebt behaald.

12 KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMAtIE VOOR dE StudENt

Een werkproces omvat een serie werkzaamheden met een gewenst resultaat.

Om een werkproces te kunnen beoordelen is het onderverdeeld in een of meerdere competenties. Bij elke competentie staan de eisen omschreven voor de kennis, vaardigheden en beroepshouding die je nodig hebt voor het werkproces. Ook staat aangegeven welk resultaat je moet behalen. In dat resultaat is bij jouw opleiding meestal sprake van één of meer producten. Tijdens je examen wordt beoordeeld of je voldoet aan de bij de competenties gestelde eisen. De scores bij de competenties leiden vervolgens tot een score voor het werkproces.

Kerntaak globale omschrijving van werkzaamheden die kenmerkend zijn voor het beroep Werkproces: omschrijving werkzaamheden met gewenst resultaat

Competenties: eisen voor de inzet

kennis, vaardigheden en beroepshouding met een gewenst resultaat

In hoofdstuk 5 staat per werkproces omschreven: • welke werkzaamheden je moet verrichten • welke kennis, vaardigheden en beroepshouding je eventueel nodig hebt • welk product of welke producten je moet leveren. In hoofdstuk 6 vind je per werkproces een apart beoordelingsformulier met daarin: • de producten die je moet leveren met de eisen waaraan de producten moeten voldoen • per competentie de eisen voor kennis, vaardigheden en beroepshouding • per competentie de eisen voor het resultaat dat je moet behalen • per competentie de beoordelingsmethoden die worden toegepast in paragraaf 2.3.3

13 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Werkprocessen worden beoordeeld met: o = onvoldoende V = voldoende G = goed. Hoe de score tot stand komt, ligt vast in de cesuur (zie paragraaf 2.4).

Werkprocessen o-v-g

2 3 2 beoordelen van producten

Bij jouw opleiding bevat het gewenste resultaat van een werkproces vaak een of meer producten. Omdat de kwaliteit van de producten die jij levert een belangrijk onderdeel is van jouw functioneren, worden alle gevraagde producten apart beoordeeld. De aangegeven producten moeten voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stellen. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke eisen ze moeten voldoen. o Onvoldoende Een product is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria bij het product. V Voldoende Een product is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria bij het product. Producten worden beoordeeld met o – V – G .

G Goed Een product is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.

14 KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMAtIE VOOR dE StudENt

Hoe de scores van de producten meetellen bij het beoordelen van de competenties staat omschreven bij de beoordelingsmethoden (paragraaf 2.3.3) én bij de cesuur (paragraaf 2.4).

producten o-v-g

2 3 3 beoordelingsmethoden bij het beoordelen van competenties

Om tot een zo objectief mogelijk oordeel te komen, word je beoordeeld door meerdere personen, op meerdere plaatsen en op meerdere manieren. Bij elke competentie staan de eisen omschreven voor de kennis en vaardigheden die je moet inzetten en de beroepshouding die je moet tonen. Ook staan er eisen voor het resultaat van je werkzaamheden aangegeven. Om dat alles goed te kunnen beoordelen, worden vijf beoordelingsmethoden ingezet: 1. observatie Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je werkt volgens de gestelde eisen. 2. Productbeoordeling Je beoordelaar heeft het product of de producten bij een werkproces al beoordeeld (zie paragraaf 2.3.2). Met de producten kun je ook eisen bij de competenties aantonen. In dat geval spreken we van ‘Productbeoordeling’ als beoordelingsmethode. Bij de betreffende competenties staat in de beoordelingsformulieren aangegeven om welke producten het gaat. Wanneer een product zelf beoordeeld is met een Onvoldoende, is de bijbehorende competentie automatisch ook Onvoldoende aangetoond (zie cesuur in paragraaf 2.4).

15 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

3. Reflectieverslag Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen. 4. Beoordelingsgesprek Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. 5. Presentatie Jij legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

In bijlage 1 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd.

2 3 4 beoordelen van competenties

Zoals in paragraaf 2.3.3 al staat aangegeven staan bij elke competentie: • de eisen omschreven voor de kennis en vaardigheden die je moet inzetten en de beroepshouding die je moet tonen. • de eisen voor het resultaat van je werkzaamheden.

De beoordelaars bepalen doorgaans door middel van observatie en productbeoordeling of je voldoet aan de gestelde eisen.

In een aantal gevallen wordt één van de aanvullende beoordelingsmethoden ingezet: • Reflectieverslag • Beoordelingsgesprek • Presentatie

16 KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMAtIE VOOR dE StudENt

Competenties worden beoordeeld met o – V – G .

o Onvoldoende aangetoond Het gewenste resultaat is onvoldoende en/of je beroepshouding is onvoldoende zien en/of je zet onvoldoende kennis en/of vaardigheden in. V Voldoende aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende en je laat de gewenste beroepshouding zien en je zet voldoende kennis en vaardigheden in. G Goed aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende of goed. Je beroepshouding is bovengemiddeld en/of je zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in. competenties o-v-g 2 3 5 proces van beoordelen Voordat het examen begint en het proces van beoordelen start, is het ‘Afsluitingsplan’ (zie paragraaf 6.2) ingevuld, goedgekeurd en ondertekend. Van tevoren moet aan jou bekend gemaakt worden wanneer een kwalificerende beoordeling plaatsvindt. Het kan zijn dat er meerdere beoordelingsmomenten zijn over een langere periode. Het kan ook zijn dat de beoordeling in één keer of enkele keren binnen een korte tijd plaatsvindt.

17 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

De volgorde van activiteiten en de beoordeling kan als volgt plaatsvinden: • Je start met de uitvoering van de kwalificerende werkzaamheden. • Tijdens de werkzaamheden word je geobserveerd. • Je levert op de in je planning opgenomen tijdstippen de vastgestelde producten in. • Je levert waar nodig ter verduidelijking eventuele reflectieverslagen in. • Tijdens een beoordelingsgesprek kunnen vragen ter verduidelijking worden gesteld. • Tijdens een presentatie vertel je zelf wat je gedaan hebt en waarom. De eindbeoordeling van een competentie gebeurt op basis van de uitkomsten van alle beoordelingsmethoden. De eindbeoordeling van een werkproces gebeurt door minimaal twee personen en gebeurt op basis van de cesuur zoals in paragraaf 2.4 omschreven. Als een werkproces met Onvoldoende of Goed wordt beoordeeld zullen de beoordelaars in het vak ‘Opmerkingen’ toelichten waarom ze tot die score zijn gekomen. Bij dit examen kunnen, in tegenstelling tot de opleidende periode, producten of werkprocessen niet meer verbeterd worden voor een betere beoordeling! De verantwoordelijke van het ROC bespreekt de resultaten met jou. Je hebt te allen tijde recht op inzage in de door jou ingeleverde bewijsstukken met de daarbij behorende beoordeling. Je ondertekent de beoordelingsformulieren voor gezien. Als alle werkprocessen gereed en beoordeeld zijn, beslist de examencommissie op basis van de gehanteerde cesuur (zie paragraaf 2.4) en het examenreglement van het ROC of je geslaagd bent voor het beroepsgerichte deel van je opleiding, of je gezakt bent of dat je recht hebt op een herkansing.

18 KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMAtIE VOOR dE StudENt

InformatIe voor begeleIders

Bij de omschrijving van de werkzaamheden in hoofdstuk 5 hebben we per werkproces een opsomming staan van de eventuele benodigde kennis en vaardigheden. Het betreft de letterlijke tekst uit het kwalificatiedossier 2010-2011. de opsomming is uItSLuItENd bedoeld als handreiking voor beoordelaars op de BPV-bedrijven en geven slechts een indicatie van hetgeen nodig is om het werkproces uit te voeren. Beoordelaars krijgen zo een beter inzicht in de aard en de omvang van het werkproces. de kennis en vaardigheden die in hoofdstuk 5 worden benoemd zijn géén onderdeel van de beoordeling. daarvoor zijn alleen de kennis en vaardigheden bestemd die integraal zijn opgenomen bij de eisen in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. de meeste beoordelingen bij dit examendossier zullen door de praktijkbegeleider in het bedrijf en de begeleider van het ROC worden gedaan. u kunt per werkproces en van het hele traject een overzicht maken van wie, wat beoordeelt. uitgaande van minimaal twee beoordelaars per werkproces. Beoordelaars worden gekozen op basis van de inhoud van een werkproces en van de beschikbare personen om de student in de betreffende periode te begeleiden. Het overzicht met de beoordelaars vindt u in bijlage 5. Examen • Voor het behalen van dit examen moet je voor de kerntaak tenminste een ‘ V oldoende’ behalen. Kerntaak • Een kerntaak is ‘ V oldoende’ als alle onderliggende werkprocessen tenminste beoordeeld zijn met ‘ V oldoende’. • Een kerntaak is ‘ G oed’ als 55% van de onderliggende werkprocessen beoordeeld is met ‘ G oed’ en de overige werkprocessen met ‘ V oldoende’. Werkproces • Een werkproces is ‘ V oldoende’ als 55% of meer van de onderliggende competenties met ‘ V oldoende of G oed’ is beoordeeld. 2 4 cesuur en normerIng

19 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Een werkproces wordt beoordeeld met G oed als 55% of meer van de competenties is beoordeeld met G oed en de overige competenties met ‘ V oldoende. Competentie • Een competentie wordt beoordeeld met ‘ V oldoende’ als alle bijbehorende producten met een ‘ V oldoende’ beoordeeld zijn. Je hebt het gewenste gedrag laten zien met het bijbehorende resultaat en je hebt voldoende kennis en vaardigheden getoond. • Een competentie wordt beoordeeld met ‘ G oed’ als alle bijbehorende producten met een ‘ V oldoende’ of ‘ G oed’ beoordeeld zijn. Je gedrag is bovengemiddeld en/of je toont bovengemiddelde kennis of vaardigheden.

Een school kan afwijken van deze cesuur. In zo’n geval word je tijdig op de hoogte gesteld van de door jouw school gehanteerde cesuur.

InformatIe voor begeleIders

In veel gevallen kan via de beoordelingsmethoden ‘Observatie’ en ‘Productbeoordeling’ de score op een competentie worden vastgesteld. Alleen wanneer het gevraagde competente gedrag onvoldoende zichtbaar is en onvoldoende of niet tot uitdrukking komt in de producten, wordt een van de overige beoordelingsmethoden ingezet.

de cesuur wordt gelegd op het niveau van de competenties omdat de verschillen in kwaliteiten/mogelijkheden tussen de studenten zitten in de competenties.

de essentie van het beroep is vastgelegd in de beschrijving van de werkprocessen. daarom stellen wij dat de studenten alle werkprocessen met minimaal een voldoende moeten afsluiten.

2 5

hulpmIddelen

Alle in het vakgebied gebruikte hulpmiddelen zijn toegestaan.

InformatIe voor begeleIders

Het ROC kan een overzicht geven van bijzondere hulpmiddelen zoals PC, laptop, softwarepakketten enzovoort.

20 KWALIFICEREND DOSSIER

3

3 afnamecondItIes

3 1

plaats van uItvoerIng

De kerntaken, die uitgevoerd worden aan de hand van dit examendossier, worden volledig bij één of meerdere bedrijven gerealiseerd of deels bij het ROC en deels bij bedrijven.

kerntaken

bouwfase voorbeelden van bpv-bedrijven Ontwerpfase architectenbureau,

Kerntaak 1 Werkt initiatief uit

projectbureau, overheid, ingenieursbureau aannemer (bouwvoorbereiding), projectbureau

Kerntaak 2 Bereidt projecten voor Bouwvoor- bereiding

bouwvoorbereiding, woningcorporaties

Kerntaak 3 Realiseert projecten Bouw- uitvoering

aannemer (bouwuitvoering)

Kerntaak 4 Beheert en onderhoudt de gebouwde omgeving

Ontwerpfase overheid,

woningcorporaties

21 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Voorafgaand aan de toewijzing van BPV-plaatsen zal het ROC in overleg met het bedrijf vastleggen welke werkprocessen in aanmerking komen om binnen het bedrijf te worden uitgevoerd. Bedrijven krijgen daarvoor de beschikking over de bedrijfsscan die bij de set werkprocessen is ontwikkeld (zie bijlage 10). Zij geven bij het ROC aan welke werkprocessen jij in welke periode op examenniveau kunt uitvoeren.

Het ROC heeft zo vroegtijdig controle over de plaatsen waar je examen kunt doen.

Tijdens een BPV-periode kom je enkele malen per maand naar het ROC. Daar bespreek je met je begeleider van het ROC de voortgang van je werkprocessen op het BPV-bedrijf. Je bespreekt met hem de door hem beoordeelde producten. Je hebt de mogelijkheid om je werkzaamheden tijdens deze examenperiode te bespreken in een klankbordgroep op het ROC. Een klankbordgroep bestaat uit collega-studenten. Het ROC bepaalt of een klankbordgroep wordt ingesteld. Het is mogelijk dat je binnen een project naast werkprocessen in een BPV-bedrijf ook werkprocessen in een gesimuleerde omgeving op het ROC uitvoert. Alle afspraken over de uitvoering van je examen worden opgenomen in een afsluitingsplan en projectplannen. Verdere informatie hierover vind je in hoofdstuk 4.

3 2

kWalIfIcerend nIveau

Dit examendossier is geschreven op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Wanneer je met de opleidingsgerichte producten van het Consortium werkt noemen we dit complexiteit D. Alle werkzaamheden in dit examendossier zijn op kwalificerend niveau geschreven. Zij moeten ook op kwalificerend niveau worden uitgevoerd.

22 KWALIFICEREND DOSSIER

3 AFNAMECONdItIES

De beroepscontext waarin je werkt, is complex. Om vast te stellen of de BPV-bedrijven binnen de door het ROC van tevoren aangegeven periodes voldoende werkzaamheden van de gewenste complexiteit voor je beschikbaar hebben, wordt de procedure gevolgd zoals is aangegeven in hoofdstuk 4. Je kunt meerdere bouwprojecten gebruiken om de werkprocessen uit te voeren. Deze bouwprojecten moeten minimaal gelijkwaardig zijn aan de aangegeven referentieprojecten van Fundeon ( www.fundeon.nl ). In een afsluitingsplan (paragraaf 6.2) koppel je elk bouwproject waaraan je tijdens je examen werkt aan een referentieproject van Fundeon. In het kwalificatiedossier van de Middenkaderfunctionaris bouw en infra staan diverse aanwijzingen over wat het kwalificerend niveau inhoudt. Bij ‘typerende beroepshouding’: • Je bent ergens in het bouwproces van ontwerp tot en met beheer betrokken in een gespecialiseerde functie of breder in een combinaties van functies. • Je werkt altijd als onderdeel van een groter geheel. Enerzijds betekent dat afhankelijkheid, anderzijds sturing. Technische, communicatieve en bedrijfsmatige competenties spelen altijd een rol. • Je toont een professionele beroepshouding, waarbij de volgende gedragskenmerken van belang zijn: discipline, analyserend vermogen, pro- activiteit, aanpassingsvermogen, kostenbewustzijn, beslissingen kunnen nemen, kwaliteitsbewust handelen, communicatief, efficiëntie, prioriteiten kunnen stellen. Bij ‘Rol en verantwoordelijkheden’: • Bij je rol horen zelfstandige, initiërende, adviserende, aansturende, uitvoerende en organiserende verantwoordelijkheden. • Je toont aan dat je zelfstandig kunt opereren door periodiek en bij afronding van een project, verantwoording aan de leidinggevende af te leggen over het eigen werk, het resultaat van het project en eventueel van het uitvoerend personeel.

23 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Bij: ‘Complexiteit’: • De complexiteit van het geheel is meestal groot en van delen beperkter. • Elke actie of product heeft gevolgen voor het vervolgtraject. • Kern is dat er in veel gevallen sprake is van eenmaligheid en diversiteit van projecten en de daarmee samenhangende al dan niet gestandaardiseerde activiteiten. • De afwijkingen kunnen bestaan uit tal van variabelen waarbij projectspecifieke maatregelen nodig zijn.

3 3

omschrIjvIng proces van afname

In deze paragraaf staat hoe het proces van examinering zal plaatsvinden in de tijd. Aangegeven worden welke activiteiten plaatsvinden en wie daarbij betrokken zijn.

nr activiteit

betrokkenen documenten

1.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend dossier Examenreglement van het ROC

voorbereiden examen Voorlichting geven aan de student over zijn/haar kwalificering. Voorlichting geven aan praktijkbegeleider (mits examen in de BPV wordt afgenomen). verwerven van passend(e) bouwproject(en) binnen het roc en bpv-bedrijven Overleggen met BPV-bedrijven wat de mogelijkheden zijn. de bouwprojecten moeten overeenkomen met de referentieprojecten. goedkeuring voor het afsluitingsplan en het bpv-bedrijf de vaststellingscommissie van het ROC stelt vast of: • de BPV-bedrijven voldoen (bedrijven zijn door de examencommissie goedgekeurd) • de werkprocessen compleet, op de juiste wijze en in de juiste complexiteit worden uitgevoerd Het afsluitingsplan kan bestaan uit meerdere projecten (max. 4 verschillende).

2.

Kwalificerend dossier Hoofdstuk 4 Paragraaf 6.2.1 Afsluitingsplan

3.

Vaststellingscom- missie Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend dossier Hoofdstuk 4 en paragraaf 10.2 en 10.3

Paragraaf 6.2.1 Afsluitingsplan

24 KWALIFICEREND DOSSIER

3 AFNAMECONdItIES

nr activiteit

betrokkenen documenten

4.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV Student Verantwoordelijke ROC

Kwalificerend dossier Paragraaf 4.4, 10.2 en 10.3 Paragraaf 6.2.2 Projectplan toezichtkader BVE 2012 onderwijsinspectie gebied 2.1.1

plannen werkzaamheden Afstemmen waar er wat wordt uitgevoerd en beoordeeld. Per project een projectplan opstellen. voldoen aan startvoorwaarden Het ROC stelt vast dat de student, voordat hij met het examen begint, heeft voldaan aan de voorwaarden van het opleidende deel van de opleiding. start uitvoeren examen Alle betrokkenen zijn op de hoogte van de definitieve start van kwalificerende werkzaamheden en de definitieve planning per project. Student uitvoeren projecten uitvoeren van de opdrachten in hoofdstuk 5 volgens de projectplannen. beoordelen per werkproces door diverse beoordelaars • de beoordelaars beoordelen producten en voeren de aangegeven beoordelingsmethoden uit volgens de voorgeschreven systematiek. • Beoordelingsformulieren worden correct ingevuld.

5.

6.

Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend dossier Paragraaf 10.2 en 10.3

7.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV Beoordelaars

Kwalificerend dossier Hoofdstuk 5

8.

Kwalificerend dos- sier Hoofdstuk 6 Paragraaf 2.3, 10.1, 10.2, en 10.3 Bijlage 1 Beoorde- lingsmethoden Bijlage 2 Formulier reflectieverslag Bijlage 3 Handrei- king beoordelings- gesprek Bijlage 4 Handrei- king presentatie Bijlage 5 Overzicht beoordelaars

9.

Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV Beoordelaars

Kwalificerend dossier Hoofdstuk 6

bepalen eindbeoordeling • de beoordelaars komen per werkproces tot een gezamenlijke beoordeling.

Paragraaf 2.3, 2.4, 10.1, 10.2 en 10.3

25 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

nr activiteit

betrokkenen documenten

10.

Student Verantwoordelijke ROC

Kwalificerend dossier Hoofdstuk 6 Paragraaf 2.3 en 10.1 Paragraaf 6.4 Overzicht met bewijsstukken Kwalificerend dossier Paragraaf 10.1 Paragraaf 6.4 Overzicht met bewijsstukken Kwalificerend dossier Paragraaf 2.4

bewijsstukken verzamelen • de student verzamelt alle bewijsstukken in zijn kwalificerend dossier. • de student levert zijn

kwalificerend dossier in bij de verantwoordelijke van het ROC.

11.

Verantwoordelijke ROC

controleren bewijsstukken • Controleren of alle bewijsstukken aanwezig zijn.

12.

(Sub) examencommissie

vaststellen eindbeoordeling • Gekwalificeerd voor het vakdossier (op basis van cesuur). • Niet gekwalificeerd voor het vakdossier (recht op herkansing bepalen). diplomering • Wanneer de eindbeoordeling voor het vakdossier voldoende is. • Wanneer voldaan is aan alle eisen voor LLB of LB. • Wanneer het VCA-diploma is behaald.

13.

Allen

diploma

26 KWALIFICEREND DOSSIER

3 AFNAMECONdItIES

3 4

stroomschema proces van afname

1. Start voorbereiden examen

2. Verwerven van passende examenopdracht

Nee

3. Goedkeuren van de examenopdracht

4. Plannen

Werken aan Startvoorwaarden

5. Voldoen aan startvoorwaarden

Nee

6. Start uitvoering examen

7. Uitvoeren examenopdracht

8. Beoordelen per werkproces door diverse beoordelaars

9. Bepalen eindbeoordeling

10. Bewijsstukken verzamelen

11. Controleren bewijsstukken

Herkansing

12. Vaststellen eindbeoordeling

Niet voldaan

Voldaan

13. Diplomeren

27 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

28 KWALIFICEREND DOSSIER

4

4 voorbereIden examen

4 1

verdelen Werkprocessen over projecten

Dit examendossier voer je uit tijdens een of meer BPV-perioden op een bedrijf en een of meer perioden op je ROC in een gesimuleerde omgeving. Op BPV-bedrijven voer je de werkprocessen voor je examen uit binnen de dagelijkse werkzaamheden die op het moment van je stage voorhanden zijn. Dat vereist een zorgvuldige planning voordat je daadwerkelijk kunt starten met het examen. De werkprocessen van je opleiding zijn verdeeld over vier kerntaken, die op een logische wijze gekoppeld kunnen worden aan vier verschillende BPV-plaatsen: het architectenbureau, de bouwvoorbereiding op kantoor, de bouwplaats en tenslotte een gemeente of woningbouwcoöperatie. Je zult daarom vaak kiezen voor vier verschillende projecten, rondom elke kerntaak één project. Dat hoeft echter niet. Andere koppelingen van de 25 werkprocessen zijn ook mogelijk. Zie bijvoorbeeld bijgaande figuur, waarbij werkprocessen van gelijke kleur één project aangeven. Je kunt bijvoorbeeld twee projecten op twee verschillende BPV-plaatsen uitvoeren en twee projecten in een gesimuleerde omgeving op je ROC. Jouw school geeft tijdig aan wat de mogelijkheden zijn.

29 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Voorbeeld indeling werkprocessen in vier projecten kerntaak 1 kerntaak 2 kerntaak 3

kerntaak 4

ontwerp

bouwvoorbereiding bouwuitvoering

beheer & onderhoud

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9

4.1 4.2 4.3

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7

4 2

vaststellen afsluItIngsplan

fase 1 oriëntatie

Voordat je aan je kwalificerende periode begint, stel je samen met je praktijkbegeleiders en projectbegeleider vast welke werkprocessen je waar gaat uitvoeren. Je keuze wordt mede bepaald door de aard van het werk dat je in de (nabije) toekomst wilt gaan doen. Probeer voor het werk waar je voorkeur naar uitgaat examen te doen in de BPV. Je bespreekt met je projectbegeleider welke werkprocessen je gesimuleerd op school gaat doen. Je zoekt tijdig de BPV-bedrijven waar je examen wilt doen en bespreekt met elk van je praktijkbegeleiders aan welke bouwprojecten je, in de periode dat je op de betreffende BPV-plaats bent, kunt werken. Meestal heb je meerdere bouw- of infraprojecten nodig om alle werkprocessen op een BPV-plaats uit te voeren. Tenslotte verdeel je de werkprocessen in logische projecten. Een project kan volledig bestaan uit werkprocessen die je op een BPV- bedrijf uitvoert, volledig bestaan uit werkprocessen die je op school uitvoert of bestaan uit een combinatie van beide.

30 KWALIFICEREND DOSSIER

4 VOORBEREIdEN ExAMEN

Vervolgens moet worden vastgesteld dat de werkzaamheden die je gaat uitvoeren het juiste niveau hebben. Daarvoor heb je een goedgekeurd ‘Afsluitingsplan’ (zie paragraaf 6.2) nodig. Het niveau van de werkzaamheden die je uitvoert, hangt enerzijds af van de rol en verantwoordelijkheid die je hebt. Anderzijds moeten ook de bouwprojecten waar je aan werkt het juiste niveau hebben. Met het ontwerp en de uitvoering van bijvoorbeeld een tuinhuisje zul je doorgaans niet alle werkzaamheden die nodig zijn voor het examen (op het juiste niveau) kunnen uitvoeren. Voor de opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra wordt het niveau van de bouwprojecten waarmee je examen kunt doen bepaald door de referentieprojecten van Fundeon. Je vindt ze op www.fundeon.nl . We raden je aan de bouwprojecten van Fundeon goed te bekijken, voordat je afspraken gaat maken met je begeleider op een BPV-plaats waar je examen gaat doen. Bij elk van de werkprocessen geef je in het afsluitingsplan aan waar je deze uitvoert en met welk Fundeon-referentieproject elk bouw- of infraproject waar je aan gaat werken overeenkomt. Wanneer werkprocessen in een gesimuleerde omgeving op het ROC worden uitgevoerd, gelden dezelfde regels. Je kiest een ‘ uitdaging ’ waarop je wilt afstuderen. Zo krijg je de kans om je te profileren op een of meer van de kerntaken. De uitdaging heeft altijd een vernieuwende component en sluit aan bij de definitie van uitdagende referenties die het kenniscentrum Fundeon hanteert. Een uitdagend bouw- of infraproject is een innovatief, moeilijk of omvangrijk project met bijvoorbeeld nieuwe en/of specialistische werkzaamheden, nieuwe constructieve toepassingen, innovatief materiaalgebruik volgens speciale eisen, niet-alledaagse procedures, extra eisen voor duurzaam bouwen, bouwen in een ander land/continent, hoogbouw. In het afsluitingsplan geef je aan welke uitdaging je kiest bij welke werkprocessen. Als alle gegevens bekend zijn, vul je het afsluitingsplan in. Je dient het ter goedkeuring in bij je praktijkbegeleiders en je projectbegeleider.

31 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

De (sub)examencommissie van je school stelt vast of je afsluitingsplan aan alle voorwaarden voldoet. Pas wanneer je afsluitingsplan is vastgesteld kun je met de uitvoering van de werkzaamheden voor je examen beginnen. De bouwprojecten waaraan daadwerkelijk wordt gewerkt kunnen soms wijzigen. In dat geval moet je het afsluitingsplan bijstellen. De nieuwe bouw- of infraprojecten worden opnieuw gekoppeld aan een referentie. Aan het eind van de examenperiode wordt het afsluitingspan opnieuw gecontroleerd en vastgesteld. Het afsluitingsplan is het eerste ‘bewijsstuk’ van je examen. Het telt niet mee voor de eindbeoordeling. Je vindt het formulier voor het afsluitingsplan in paragraaf 6.2.

GO

NO-GO

4 3

vaststellen projectplannen

fase 2 Projectplanning

Door het opstellen van je afsluitingsplan heb je de oriëntatie op je werkzaamheden afgerond.

Bij elk project kom je zelf met een projectplan (zie paragraaf 6.2) waarin je alle werkzaamheden vastlegt. Elk projectplan bestaat uit een algemeen gedeelte met alle relevante gegevens, eventueel informatie over de concrete invulling van de uitdaging die je kiest en een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP). Verder bevat het projectplan een strokenplanning waarin per werkproces de uitvoering in een tijdpad is aangegeven. Je mag bij de uitvoering van je examen overleg plegen in een klankbordgroep op je ROC. Dit overleg is zowel wat vorm, inhoud als omvang betreft vergelijkbaar met de begeleiding die een beginnend

32 KWALIFICEREND DOSSIER

4 VOORBEREIdEN ExAMEN

beroepsbeoefenaar in een bedrijf krijgt. Indien van toepassing neem je de activiteiten van de klankbordgroep op in je projectplan.

Je dient elk projectplan ter goedkeuring in bij je projectbegeleider en de betreffende praktijkbegeleider. Op die manier leg je samen met je projectbegeleider en je praktijkbegeleider de volgorde van je werkzaamheden over de gehele kwalificerende periode vast. Je projectplannen zijn wel bewijsstukken, maar tellen niet mee in de eindbeoordeling. Voordat je mag starten met het uitvoeren van de examinerende werkzaamheden, moet je projectplan van de betreffende periode goedgekeurd en ondertekend zijn door zowel je praktijkbegeleider als je projectbegeleider. Je vindt het formulier voor een projectplan in paragraaf 6.2.

GO

NO-GO

33 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

InformatIe voor begeleIders

roc Vanuit het ROC kunt u de student begeleiden bij het kiezen van een bedrijf of bedrijven. Ook geeft u aan welke mogelijkheden studenten hebben om werkprocessen op het eigen ROC examinerend uit te voeren. u keurt het afsluitingsplan en de bijbehorende projectplannen formeel goed. dat moet gebeuren door de (sub)examencommissie, omdat een student mede met deze bewijsstukken borgt dat hij zijn examen op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar uitvoert. u bepaalt zelf wie namens de examencommissie de vaststellingsformulieren ondertekent. bpv-bedrijf Als bedrijf is het belangrijk dat u vaststelt welke examinerende werkzaamheden u de student kunt laten doen. Wees u ervan bewust dat de examinerende werkzaamheden niet gedurende de gehele BPV-periode van de student hoeven plaats te vinden. de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd gedurende een door u nader vast te stellen periode. Het kan verheldering geven om de werkzaamheden die bij de werkprocessen horen in hoofdstuk 5 te lezen en de referentieprojecten van Fundeon (www.fundeon.nl) te bekijken. u stelt ook vast wie de begeleiders en de beoordelaars van de student worden. Zorg dat degene die gaat beoordelen op de hoogte is van de beoordelingsmethoden en de beoordelingsformulieren.

34 KWALIFICEREND DOSSIER

5

5 uItvoeren examen

5 1

InleIdIng

Je hebt de werkprocessen verdeeld over een aantal projecten. De projectplannen voor elk cluster van werkprocessen maak je in de loop van je examenperiode. Steeds wanneer je start met de uitvoering van zo’n cluster verzamel je de bijbehorende werkzaamheden uit hoofdstuk 5 en de bijbehorende beoordelingsformulieren uit hoofdstuk 6. Bij de uitvoering van elk project volg je de onderstaande instructies: 1. Je houdt het verloop van je werkzaamheden bij in je projectplan. 2. Je voert de werkzaamheden die bij het project horen uit volgens je projectplan. 3. Je levert de beroepsproducten op tijd in bij de aangegeven beoordelaar(s). 4. Je levert je reflectieverslagen op tijd in bij de aangegeven beoordelaar(s) en gebruikt voor je reflectieverslagen het formulier uit bijlage 2. 5. Je houdt de gevraagde presentaties op het afgesproken tijdstip / op de afgesproken tijdstippen.

35 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

6. Je bepaalt in overleg met de projectbegeleider en/of de praktijkbegeleider wanneer de beoordelingsgesprekken worden gehouden. Je bent aanwezig op het afgesproken tijdstip / de afgesproken tijdstippen. 7. Je levert alle bewijsstukken die bij het projectplan horen op het afgesproken tijdstip aan bij je projectbegeleider. Je vindt een overzicht van de bewijsstukken in paragraaf 6.4.

5 2

omschrIjvIng Werkzaamheden per Werkproces

Hieronder staat per kerntaak en per werkproces omschreven wat de uit te voeren werkzaamheden zijn, welke kennis en vaardigheden je moet tonen en welke producten of je in moet leveren.

fase 3 Realisatie per project

Kerntaak

5 2 1 kerntaak 1

Werkt initiatief uit

36 KWALIFICEREND DOSSIER

5 uItVOEREN ExAMEN

projecttaak 1 kerntaak 1

Werkt initiatief uit Werkproces 1 1 verzamelt en verwerkt (situatie)gegevens

Je verzamelt en verwerkt gegevens die nodig zijn in de initiatieffase van een door jou gekozen (deel van een) bouw- of infraproject. Je bepaalt aan de hand van een ontwerp of een plan welke gegevens nodig zijn. Je laat deze gegevens door externe deskundigen aanleveren en in eenvoudige gevallen verzamel jij ze zelf. Je laat alle betrokkenen weten welke gegevens je wanneer en op welke wijze wilt hebben. Je bepaalt de samenhang tussen de verschillende gegevens en ordent de gegevens. Je controleert nauwkeurig of alle relevante gegevens aanwezig zijn en of de gegevens juist zijn. Daarbij overleg je zo nodig met de betrokkenen.

Tenslotte verwerk en registreer je de gegevens volgens afspraak.

vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces context bouw

context Infra • hoogte gegevens • info kabel en leiding • inmeten/opnemen • kaarten • kadastrale grenzen • kwaliteitsborging • plan van aanpak • programma van eisen • situatiegegevens • verwerken gegevens

• inmeten/opnemen • kadastrale grenzen • kwaliteitsborging • plan van aanpak • programma van eisen • schetstechnieken • situatiegegevens • verwerken gegevens

In te leveren beroepsproducten • Verwerkte locatie- en terreingegevens • Situatietekening

37 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

projecttaak 2 kerntaak 1

Werkt initiatief uit Werkproces 1 2 Werkt ontwerpen uit

Je werkt delen van (schets)ontwerpen uit naar een voorlopig ontwerp en vervolgens naar het definitief ontwerp. Je hebt de beschikking over het Programma van Eisen en je kent de eisen die je BPV-bedrijf of je ROC stelt aan het ontwerp. Je werkt binnen de wettelijke eisen voor ontwerp, constructie en vormgeving.

Bij het uitwerken gebruik je de beschikbare tekenprogramma’s. Je zorgt dat je op tijd de beschikking hebt over de juiste informatie.

In de verschillende stadia van deze opdracht overleg je regelmatig met alle betrokkenen. Je vraagt advies, stemt af en laat daarbij zien dat je deskundig bent. Bij een overleg zorg je voor tekeningen en presentaties die bruikbaar zijn.

Je ontwerptekeningen en presentaties vormen uiteindelijk een goede basis voor het bestek.

vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces context bouw • bouwfysica • bouwkunst(geschiedenis)

context Infra • Cad tekenen • detailconstructies uitwerken • dimensioneren van verschillende constructies • hoofdconstructies uitwerken • materialen en producten • materieel • uitvoeringstechnieken

• CAd 2d en 3d tekenen • constructies en isolaties • detailconstructies uitwerken • dimensioneren van verschillende constructies en isolaties • esthetica/welstand • hoofdconstructies uitwerken • materialen en bouwproducten • materieel • projecties en perspectief • technische installaties • uitvoeringstechnieken • wet- en regelgeving waaronder bestemmingsplan

In te leveren beroepsproducten • Ontwerptekening(en)

38 KWALIFICEREND DOSSIER

Made with